Beperken van virusbesmettingen
Virussen zijn vooral bekend van griep en verkoudheid, maar ook een voedselinfectie kan door een virus komen. In de wintermaanden is er een piek in het aantal virusinfecties.
Virussen zijn erg besmettelijk. Je kunt ook ziek worden via de ontlasting en braaksel van iemand anders. Het is raadzaam om in tijden van (griep)virussen extra aandacht te geven aan hygiëne.
Wat kunt u doen om de kans op besmetting te verkleinen:
- Was regelmatig de handen. Minimaal 20 seconden met water en zeep.
- Was altijd de handen na toiletbezoek, voor het bereiden van eten en na hoesten of niezen. Droog af met papier, gooi het papier daarna meteen in de vuilnisbak.
- Gebruik een zakdoekje of een ander papiertje om in te hoesten of niezen. Gooi het papiertje daarna meteen in de vuilnisbak. Was daarna de handen met water en zeep. Indien er geen papier voorhanden is hoest of nies in de binnenkant van de elleboog.
- Besteed aandacht aan het wassen, scheiden, verhitten en koelen van levensmiddelen.
- Maak harde oppervlakken regelmatig schoon met een schoonmaakmiddel. Denk onder andere aan deurklinken, lichtknoppen, trapleuningen en dingen zoals telefoons, toetsenborden en het aanrechtblad.
- Door te ventileren neemt de concentratie bacteriën en virussen in de lucht af. Een raam openzetten is de meest eenvoudige manier van ventileren.
- Vermijd contact met zieke mensen (onder andere hoesten, neusverkoudheid, keelpijn of longontsteking).
